Alfenman spreekt - Teralfene

Ga naar de inhoud

Alfenman spreekt

Alfenman
25 juli 2009
Beste Webmeester en anderen,

Het zal allicht beginnen op te vallen: ook al woon ik zelf sinds vele jaren in het centrum van dit dorp, mijn interesse gaat opnieuw uit naar een uithoek van Teralfene.
Na de Witteboomstraat wil ik de aandacht immers richten op een mijns inziens even merkwaardige (ditmaal bewoonde) straat in de periferie van ons dorp: de Portugeesstraat !

Zelf heb ik gedurende enkele jaren mogen wonen in deze oeroude straat. Bezoekers van buiten het dorp vroegen me toen geregeld: "Waarom is er in 's hemelsnaam een Portugeesstraat in Teralfene ?". Waarop ik bloedrood van schaamte het antwoord schuldig moest blijven....

Intussen heb ik zelf enkele hypothesen ontwikkeld over de etymologische oorsprong, maar vooraleer ik deze neerpen hoor ik graag jullie inbreng..

De Alfenman..

27 juli 2009
Cher Alfenman. de Portugeesstraat heeft nix met Portugezen te maken.Het was de vluchtweg van de Geuzen in de 16de eeuw die zich via de huidige Portugeesstraat naar Likert bos begaven, weg van de Spanjaarden die hen niet zo tof vonden. De poort der geuzen dus. Letterlijk betekent geus " armoedzaaier"
Tot dra, bij de opening van de Wilboom/Witteboomstraat
Uw
Webmeester

3 augustus 2009

Beste Webmeester,

Zeer juist. De Alfenman wil echter graag nog een stukje verder gaan. Ongetwijfeld zijn er indertijd ook actieve pogingen ondernomen om onze voorouders tot het Geuzendom te bekeren. Waar Teralfene op het eind van de 19de eeuw een uitgesproken katholieke gemeenschap bleek te zijn, dreigde er in dit dorp 300 jaar eerder in de tweede helft van de 16de eeuw, zoals overal elders in de Zuidelijke Nederlanden, allicht een behoorlijke tweespalt op religieus gebied.

In Vlaanderen zijn er veel plaatsnamen te vinden die verwijzen naar aanwezigheid van de geuzen, maar de enige kleine protestantse dorpsgemeenschap uit die tijd die hier heeft weten te overleven bevindt zich in Sint-Maria-Horebeke (Korsele) ten oosten van Oudenaarde, de zogenaamde "Geuzenhoek." Merkwaardig toch dat onze Portugeesstraat zich ook uitgerekend bevindt in een gebied genaamd "den Hoek" zoals dit in de volksmond nog steeds genoemd wordt.

En er is meer ! In 1650 rapporteert landmeter Joos De Herdt in het "Landboek van de proche van Ter Alphenen" een lochting genaamd "Geuzekerk" vlakbij de "straat lopende naar de Portegiesen". Ben Vermoesen vraagt zich in Jaarboek 2009 (blz 130) van de Heemkundige Kring Belledaal terecht af of die Geuzekerk de plaats was waar de geuzen samenkwamen voor de "hagepreken" (protestante erediensten).

Een kleine historische schets is nuttig: vanaf 1566 was het Calvinisme sterk in opmars in onze zuidelijke Nederlanden. Ook vaak buiten de stadswallen en in eerder afgelegen dorpen en bosrijke gebieden. Pred**ers en volgelingen konden daar immers aanvankelijk vrijwel ongestoord hun gang gaan achter bomen en hagen, ver van de autoriteiten. Maar tegelijk werd de sfeer ook grimmiger en geweldadiger (beeldenstorm !).

Het moet een revolutionaire tijd geweest zijn. Ziet U het al voor U ? Min of meer clandestiene erediensten in open lucht, misschien wel verstopt tussen de hopstaken én indien nodig beschermd door gewapende bosgeuzen. Er wordt gezongen en een predikant leest voor uit de bijbel, voor het eerst in de eigen volkstaal ! Het kan best wel indruk gemaakt hebben op een deel van de eenvoudige landelijke bevolking van het 16de eeuwse Teralfene.

Geen wonder dus dat deze hagepreken overal te lande behoorlijk succes begonnen te krijgen, ook al was lang niet iedereen die aanwezig was ook effectief Calvinist. De katholieke hiërarchie én de spaanse troon zagen in dit soort volks-Calvinisme echter een serieuze bedreiging en wensten er zo snel mogelijk komaf mee te maken. De hertog van Alva werd hierheen gestuurd, maar diens keiharde optreden (bloedraad) deed de opstand enkel vergroten. Het land van Aalst (waarin Teralfene) was in 1576 murw geslagen als gevolg van massale plunderingen door muitende (onbetaalde) Spaande soldaten. Het grote gebied rond Aalst kwam vanaf 1578 pal tussen de net opgerichte Calvinistische republieken Gent en Brussel in te liggen. In deze steden had een geradicaliseerde Oranje-gezinde middenklasse immers de macht gegrepen. Dat was trouwens ook het geval in andere nabije steden zoals Oudenaarde en Dendermonde die een uitgesproken Calvinistich bestuur hadden.

Door het feitelijke machtsvacuum in het Land van Aalst zelf zou onze streek gedurende de jaren die volgden regelmatig (beurtelings) doorkruist worden zowel door oranje-gezinde geuzenbenden alsook door benden van spaansgezinde katholieken ("malcontenten") die allebei controle over ons gebied wilden krijgen.

In het jaar 1582 kwam er in onze streek een einde aan dit machtsvacuum. In dat jaar maakte de door de Spaanse troon gestuurde Farnese zich eerst meester van Oudenaarde. In korte tijd overmeesterde hij vervolgens de stad Ninove, veroverde hij tal van kastelen (waaronder Liedekerke) én kwam hij aan het hoofd van een leger van liefst 16.000 man langs de Dender Brabant binnen. Om vervolgens verder door te stoten naar Asse en Brussel .... Met de val van Antwerpen in 1585 verdween uiteindelijk het laatste Calvinistische bolwerk in Vlaanderen. Het Katholicisme was voortaan overal opnieuw de enige toegelaten godsdient in de zuidelijke nederlanden.

Maar gedurende de periode (1566-1582) kan er dus enige variatie op religieus gebied mogelijk geweest zijn in (een deel van) Teralfene. De oorsprong van de naam Portugeesstraat (en het Portugeeswegje !) moet dus ook in die korte periode van ongeveer 15 jaar gezocht worden...

Zelfs over de toestand van de gewone katholieke kerk in Teralfene gedurende deze woelige periode is relatief weinig gekend (of onderzocht). Over de stand van de katholieke dopen en huwelijken nog veel minder aangezien de parochieregisters pas bijgehouden werden vanaf 1599. Wel was er een groot gebrek aan priesters in de periode volgend op de godsdienstroebelen. In de 17de eeuw zou Teralfene gedurende een lange periode niet meer over een eigen pastoor beschikken. Het werd bediend door de pastoor van Hekelgem of door die van Essene (zie Teralfene, tussen Alfnam en Affligem, blz 179)...

De Alfenman houdt jullie verder op de hoogte indien hij nieuwe belangwekkende zaken op het spoor zou komen. Als de (kerkelijke) overheid deze straat op een bepaald ogenblik werkelijk als 'Porte de Gueux' heeft omschreven dan moet daar wel het één en ander gebeurd zijn. En dan moet dit wel ergens op één of ander historisch document vermeld staan. Hopelijk vinden we het...

Met geuzengroet

De Alfenman


28 september 2009

De alfenman is nog steeds naarstig bezig om inzicht te krijgen in de beroerde tijden der godsdiensttroebelen (1566-1585) in Teralfene.

Uit de periode vóór 1600 worden de bronnen schaarser, moeilijker leesbaar en interpreteerbaar én vooral minder controleerbaar. De toestand in die periode van de 16de eeuw was bovendien heel onstabiel en dus moeilijker te vatten.

Er wordt van uitgegaan dat Teralfene in het jaar 1570 circa 325 inwoners telde (De Brouwer j.1968 & Van Isterdael 2004). Naar schatting overleefde daarvan slechts ongeveer de helft de periode 1576-1585 door sterfte én migratie. Deze sterke ontvolking in onze streken wordt toegeschreven aan massale plunderingen, epidemiën, armoede, grote onzekerheid op bestuursvlak en afwezigheid van een duidelijk religieus gezag.

Laat ons nog positief blijven en ervan uitgaan dat Teralfene in 1585 nog maximaal 200 inwoners telde (dit aantal vind je tegenwoordig in een gemiddelde straat). Om maar te illustreren wat een beroerde tijd het moet geweest zijn..

De Alfenman wil hiermee zeker niet het nogal romantische beeld verknallen van de Calvinistische hagepreken ter hoogte van de Portugeesstraat (anno 1575). Het staat immers vast dat de broers Jan en Joos Van Nieuwenhove er in 1650 over een lochting beschikten die op dat ogenblik (zo'n 70 jaar na de geuzentijd) nog steeds "Giesenkerck" genoemd werd. Wellicht is het juist al de miserie en de enorme onzekerheid die een aantal mensen er toe had aangezet om (tijdelijk) hun heil te zoeken in een nieuwe inspirerende religieuse beweging, het calvinisme van de Geuzen...


Het is ook duidelijk dat het Liedekerkebos én het verdwenen "Bosch van Overalphen" (Sint-Katherina-Lombeek) in die tijd ongetwijfeld een belangrijke rol moeten hebben gespeeld voor de inwoners van Teralfene. Dit vrij grote aaneengesloten bosgebied strekte zich indertijd nog uit tot vlakbij de oevers van de Alphene (Bellebeek), en dus tot in de onmiddelijke nabijheid van de Portugeesstraat en Kleinendries.

Het Liedekerkebos was nog een stuk groter dan tegenwoordig en behoorde net als Teralfene tot het grondgebied van het graafschap Vlaanderen. Het Bos van Overalfen daarentegen behoorde tot het Hertogdom Brabant en was verder onderverdeeld in het vlakbij gelegen Affligembos (bezit Abdij) én het Hertigembos dat wat zuidelijker lag...
Denk even de twee huidige spoorwegtaluds weg. Vanaf de Portugeesstraat kon men zo in volle breedte dit grote bos zien opdoemen. Men moest enkel een natte weide en de beek overglippen en men zat in het bos..

De vroegste historie van die buurt (Hoek) zal ook tot op zekere hoogte een gelijkenis vertoond hebben met de geschiedenis van de zogenaamde "boskanters". Zo noemde men de bewoners van het andere uiteinde van het grote bos namelijk aan de Opperstraat alsook in het Borchtlombeekse gehucht Kattem. Deze mensen (keuterboeren), die zich op of aan de rand van minder vruchtbare en drassige gronden tegen het bos hadden gevestigd, leefden mede van wat het bos voortbracht (vooral hout, maar ook kleiner wild). De boskanters van de Opperstraat bijvoorbeeld leefden in de middeleeuwen in een soort 'vrijheid' (allodium). Daar oefende geen enkele heer gezag uit (die hadden daar trouwens weinig interesse voor), in tegenstelling tot de rest van Liedekerke dat onderhorig was aan de heer van Liedekerke. Het leven in zulke 'vrijheid' had soms zijn voordelen (bvb geen belasting of andere verplichtingen aan de heer), maar ook grote nadelen want deze mensen hadden dan ook geen enkele bescherming ten tijde van oorlog en ziekten.

De boskanters waren dus kwetsbaar en vaak ook afhankelijk van de willekeur van diegenen (individuen of benden) die toevallig het sterkst waren in en rond het bos ("boschmeesters"). Als dit in de geuzentijd toevallig een geuzenbende was dan was het ook logisch dat iedereen in de buurt volgde ...

In een volgende bijdrage zal blijken hoe een aantal Teralfenaars nog in de eerste helft van de 17de eeuw botsten met de autoriteiten en (heel militant) hun mannetje stonden als het ging over het recht om het nabijgelegen bos te ontginnen. Het betreft hier de kleinkinderen van de generatie van de geuzentijd. De bronnen zijn vanaf die periode al veel duidelijker en er komen merkwaardige details naar boven. We komen bijvoorbeeld terecht in de wondere wereld van Teralfense baljuws, zelfs een heuse Teralfense jonkvrouw, een winkelier, een slotenmaker...

Terug naar de inhoud